Je uurtarief als zzp’er berekenen in 2025

Je uurtarief als zzp’er bepalen in het kort: 

• Bepaal je basis: wat heb je minimaal nodig voor een comfortabel leven qua inkomen? Denk aan huur, boodschappen en vakanties.

• Zakelijke kosten: noteer al je kosten, zowel vaste als variabele, zoals huur, verzekeringen en apparatuur.

• Belastingen reserveren: leg 30% van je winst opzij voor belasting, en 5,26% voor de bijdrage voor de zorgverzekering in 2025. 

• Omzetdoel & uurtarief: tel deze drie bedragen bij elkaar op voor je omzetdoel. Deel dat door het aantal uren dat je op facturen zet en je hebt je uurtarief.

• Kijk rond bij concurrenten: vergelijk de uurtarieven in jouw vakgebied. Heb je een unieke skillset? Leg dan de focus daarop en vraag misschien (iets) meer.

• Meer dan alleen uurtarief: denk aan vaste projectprijzen of een abonnementsvorm voor terugkerende klussen. Dat biedt meer zekerheid en stabiliteit.

Veel starters baseren hun tarief op hun laatste salaris, maar er komen als ondernemer flink wat extra kosten om de hoek kijken. Kijk vooral naar de toekomst: bepaal wat een bepaald uurtarief voor je kan betekenen op de lange termijn, in plaats van achteraf te bekijken wat je verdiend hebt. Maar houd er uiteraard rekening mee dat je niet altijd het aantal opdrachten krijgt die je verwacht te krijgen.

Hoe bepaal je wat je waard bent als zzp’er?

Volg deze vijf stappen om te bepalen wat je waard bent. 

Stap 1: bepaal je gewenste jaarinkomen

Denk eens na: wat heb je elke maand minimaal nodig om comfortabel te kunnen leven en alle rekeningen te betalen? Maak een overzicht van je maandelijkse en jaarlijkse privé-uitgaven, zoals huur, boodschappen, kleding en vakanties. Stel verschillende scenario’s op, van kostbare tot zuinige levensstijlen.

Stap 2: bereken je zakelijke kosten

Maak een complete lijst van alle zakelijke kosten, zoals deze vaste kosten:

• De huur: je maandelijkse huur van je kantoorruimte.

• Verzekeringen: premies voor je zakelijke verzekeringen zoals een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV).

• Administratie: kosten voor je boekhouding en administratie, die steeds weer terugkomen.

• Abonnementen: kosten voor software en diensten die je elke maand of jaar betaalt.

• Rente op langetermijnleningen: rente die je moet betalen op je langlopende leningen, een vast terugkerend bedrag.

• Pensioen: start meteen met opbouwen voor je oude dag.

En variabele kosten, bijvoorbeeld: 

• Reiskosten: deze schommelen afhankelijk van hoe vaak je reist en hoe ver je moet gaan. Soms kan je dit doorbelasten: bespreek van tevoren of je uurtarief inclusief kosten als reiskosten is, of deze apart op je factuur komen te staan. 

• Representatiekosten: dit zijn de kosten voor het presenteren van je bedrijf, zoals etentjes met klanten of de bonnetjes van zakelijke kleding.

• Promotiekosten: deze veranderen mee met wat je allemaal aan marketing doet.

• Productiekosten: deze verschillen met hoeveel je produceert en welke materialen je nodig hebt.

• Verpakkings- en transportkosten: hangt samen met hoeveel producten je verzendt.

Denk ook aan eenmalige kosten, zoals: 

• Apparatuur: kosten van je apparatuur zoals een laptop, uitgesmeerd over hun levensduur.

• Inrichting: eenmalige kosten voor de inrichting of upgrade van je werkruimte.

• IT-systeem: investeringen in (nieuwe) software en IT. 

Het is slim om een financiële buffer op te bouwen zodat je niet verrast wordt door onverwachte kosten. Grote uitgaven, zoals nieuwe apparatuur, kun je beter over meerdere jaren spreiden om het overzicht te behouden. Die kosten heten dan afschrijvingskosten. Plan elk jaar even de tijd om mogelijke eenmalige kosten te bekijken en in te plannen. Kijk ook naar eerdere uitgaven om toekomstige kosten beter in te schatten.

Stap 3: bereken de belastingen

Als zzp'er heb je meestal een eenmanszaak. Dan ben je een ondernemer voor de inkomstenbelasting. Je betaalt volgens het schijventarief in box 1. Als de Belastingdienst jou ook ziet als een ondernemer, mag je gebruikmaken van aftrekposten als de zelfstandigen- en startersaftrek en misschien de MKB-Winstvrijstelling. Als de Belastingdienst je niet als ondernemer voor de inkomstenbelasting ziet, dan komen je inkomsten terecht in ‘Resultaat uit overige werkzaamheden’. Helaas loop je in dat geval die aftrekposten mis, maar je betaalt gewoon nog inkomstenbelasting volgens het schijventarief in box 1. Ook zijn er de algemene heffingskorting en arbeidskorting. Volgens de KVK is het goed om 30% van je winst voor de inkomstenbelasting gedurende het jaar apart te leggen. 

Of de Belastingdienst je ook ziet als ondernemer voor de inkomstenbelasting, hangt af van een paar belangrijke factoren samen: maak je winst, werk je zelfstandig, hoeveel opdrachtgevers heb je, loop je ondernemersrisico en hoeveel uren steek je erin? 

Je betaalt ook een bijdrage voor de zorgverzekering. Dat is 5,26% van de winst tot € 75.860 in 2025. Dat komt naast je maandelijkse premie voor de zorgverzekering.

Stap 4: bepaal je omzetdoel

Tel het bedrag dat je privé elke maand nodig hebt (stap 1) op bij de zakelijke kosten (stap 2). Plus de belastingen (stap 3). Het totaalbedrag dat daar uitkomt, is het bedrag dat je minimaal moet verdienen: je minimale omzetdoel. 

Stap 5: bereken je uurtarief

Denk na over hoeveel uur je echt kunt werken in een jaar, zonder vakanties, feestdagen en eventuele ziektedagen. Als je uitgaat van een werkweek van 5 dagen, en 30 dagen voor vakantie- en feestdagen per jaar, houd je 230 werkdagen per jaar over. Dat zijn 1.840 uren. Vergeet die taken niet waar je geen geld voor krijgt, zoals administratie, brainstormen, netwerken en klanten zoeken. Daar stuur je geen rekeningen voor. Volgens de KVK zit je als startende ondernemer goed als je voor 50 tot 60% van die 1.840 uren een factuur stuurt. 

Pak je rekenmachine en deel het omzetdoel (stap 4) door het aantal uren dat je écht kunt factureren. Voilà, daar is je uurtarief. Dan komt de btw nog om de hoek kijken, 21 of 9%, afhankelijk van wat je aanbiedt. Of je gebruikt een btw-vrijstelling of verleggingsregeling.

Concurrenten en unieke skillset

Check wat andere zzp’ers in jouw branche vragen voor hun diensten. Met die info op zak bepaal je een uurtarief of een tariefschaal waar je zelf blij van wordt. 

Heb je maar weinig concurrenten die jouw niveau of specialisatie evenaren? Dan vraag je een hoger tarief. Gebruik je unieke kwaliteiten om jezelf op de kaart te zetten. Je moet wel duidelijk kunnen maken waarom jij een stuk meer vraagt dan je concurrenten. Vraag je veel minder? Dan willen ze waarschijnlijk weten hoe het kan dat jij het veel goedkoper aanbiedt.

Voorbeeldberekening

Stap 1: bepaal je gewenste jaarinkomen

Begin met de optelsom. Als je € 3.000 per maand netto wilt verdienen, is dat € 36.000 per jaar. Daarvan leef je en spaar je voor je pensioenopbouw. En je reserveert 8% voor je vakanties, dat is € 2.880 per jaar. Dan heb je dus een netto-inkomen van € 38.880 netto per jaar nodig.

Stap 2: bereken je zakelijke kosten

Alle kosten voor je bedrijf bij elkaar opgeteld bedragen € 11.150 per jaar. 

Stap 3: bereken de belastingen

Je reserveert 35,26% van je winst voor de inkomstenbelasting en de bijdrage zorgverzekering. Je houdt dus 64,74% netto over van je winst. En je wilt € 38.880 netto overhouden, toch? Deel dit bedrag door de 64,74% die je netto overhoudt, x 100, en het blijkt dat je € 60.055,61 winst nodig hebt. Dat betekent dat je € 21.175,60 aan belastingen moet betalen. Dat is 35,26% van € 60.055,61 winst. 

Stap 4: bepaal je omzetdoel

Je omzetdoel bereken je zo: 

Het gewenste jaarinkomen (stap 1) + de zakelijke kosten (stap 2) + belastingen (stap 3) 

Je omzetdoel is in dit voorbeeld dus: € 38.880 (stap 1) + € 11.150 (stap 2) + € 21.175,60 (stap 3) = € 71.205,60

Stap 5: bereken je uurtarief

Heb je dat omzetdoel in je achterhoofd? Stel, je factureert 920 uur per jaar door aan klanten, dat is € 71.205,60 gedeeld door 920. Juist, een uurtarief van afgerond € 77 per uur. Plus 21 of 9% btw. 

Alternatieven voor een uurtarief

Er zijn ook alternatieven voor zo’n uurtarief: 

• Vaste projectprijs: spreek een totaalbedrag af voor een opdracht, project of pakket. Of bijvoorbeeld per woord als je tekstschrijver bent. De klant betaalt voor het eindresultaat, niet per uur.

• Abonnementsvorm: heb je een klant die jou inhuurt voor werkzaamheden volgens een vast schema? Je kunt dan kiezen voor een abonnementsvorm. Daarbij betaalt je klant een vast bedrag per maand, kwartaal of jaar, en jij levert de afgesproken dienst of product. 

De voordelen hiervan zijn dat je meer zekerheid hebt over je inkomen, en je weet wat en wanneer je moet leveren. Daardoor kan je je werk beter plannen. 

Meer tips

• Je uurtarief vaststellen is geen eenmalige klus. Houd het regelmatig in de gaten en pas het aan als dat nodig is. Vooral als bepaalde kosten duurder worden. Kom je er niet uit? Vraag dan hulp van een ervaren boekhouder of accountant.

• Check alle details: hoe lang duurt een klus, hoeveel tijd kost het en wanneer moet je werken? Is het voor een goede doelenclub of een grote commerciële partij? En vraag wat hun budget is.

• Wees flexibel: je uurtarief hoeft niet vast te staan. Pas het aan afhankelijk van bijvoorbeeld hoe moeilijk een klus, wat voor organisatie het is of hoe goed je met de klant bent. Kijk ook naar het type opdracht: voor een spoedopdracht vraag je een hoger tarief. Bij een grotere opdracht met meer zekerheid reken je korting of geef je gratis iets extra’s. 

• Bepaal je 'nee, dank je' prijs: onder welk bedrag bedank je vriendelijk voor de eer?

• Geloof in je waarde: vertrouw op je eigen skills en weet dat je een goed tarief waard bent. Zo wordt jij ook serieus genomen. 

• Wil je je uurtarief op peil houden met de veranderende prijzen in de markt? Dan kan het handig zijn om naar een prijsindex van het CBS, zoals de consumentenprijsindex (CPI), te kijken. Deze index laat je zien hoe prijzen zich hebben ontwikkeld in vergelijking met een vorig jaar. Zo kun je op een slimme manier bepalen of je uurtarief omhoog of omlaag moet. Een handig hulpmiddel voor iedereen die z'n tarief wil updaten.

Hoewel we ons best doen om ervoor te zorgen dat alle informatie up-to-date en correct is, kunnen we geen garanties bieden over de volledigheid, betrouwbaarheid of nauwkeurigheid van dit artikel.

Gebruikte bronnen: 

• KVK

• Rabobank

• De RestaurantKrant